Amvest
Groen in Backer+Rueb
Bij de ontwikkeling van Backer+Rueb speelt de buitenruimte een grote rol. Hoe groen, veiligheid en leefbaarheid samenkomen vertelt landschapsarchitect Uta Krause van Karres en Brands landschapsarchitecten. We stelden de landschapsarchitect een aantal vragen.

Wat doet een landschapsarchitect eigenlijk?
“Wij ontwerpen de openbare ruimte, denk aan binnentuinen, parken en speeltuinen. We denken na over het type groen dat er moet komen, maar ook over hoe we de ruimte veilig maken, met bijvoorbeeld verlichting. Bij Backer+Rueb gaat het om de ruimte tussen de gebouwen, dus het park, de kade, de plekken waar mensen kunnen wandelen en sporten.”

Wat maakt het werken in dit gebied bijzonder?
“Dat hier nog oude fabriekshallen staan, is echt een cadeautje. Bij een voormalig industrieterrein hoort een buitenruimte waar oude materialen liggen en waar groen vrij mag groeien. Dit gebied heeft een lange tijd zichzelf kunnen zijn, en dat heeft ons geïnspireerd. Wat betreft het groen mag het allemaal wat ruiger dus, het hoeft niet zo netjes. Natuurlijk moet het goed beloopbaar, veilig en toegankelijk zijn, ook voor de rolstoel of kinderwagen. Maar het onkruid mag opkomen. Verder moet het een mooie mix worden van planten en bloemen, die weer goed zijn voor bijen en vogels.”
Hoe is er rekening gehouden met verkeer en parkeren?
“Auto’s van bewoners en ondernemers worden onder de grond geparkeerd, in twee parkeergarages. Daardoor wordt het een autoluwe wijk en ontstaat er meer plek voor openbare ruimte waar mensen vrij kunnen bewegen. Je kunt met je auto dus niet direct bij je woning komen. Natuurlijk is er wel rekening gehouden met brandweer en ambulance, zij kunnen overal komen. Bezoekers van Backer+Rueb kunnen hun auto buiten het gebied parkeren. En er komt een hub voor deelmobiliteit.”
Biodiversiteit is een belangrijk thema. Hoe krijgt dat vorm?
“Er komen veel groene stroken met kruidenmengsels en bomen die bessen dragen, ontzettend belangrijk voor bijen, insecten en vogels. In de binnentuinen komen bloemen, grassen en planten. Langs de kade werken we met heesters en hogere bomen, waardoor er grote structuren ontstaan die zorgen dat dieren zich van A naar B kunnen bewegen. Kortom: we maken verschillende gebieden met verschillende kwaliteiten. Ook is er genoeg ruimte om water op te vangen. Vanaf het dak van de parkeergarage kan het water richting de kade worden afgevoerd als het teveel heeft geregend. In sommige groenstroken mag het water juist wat langer blijven staan, waardoor er weer andere dieren op afkomen.”
Wat betreft het groen mag het allemaal wat ruiger, het hoeft niet zo netjes.
En hoe zit het met groen op het dak van de parkeergarage?
“We kunnen niet alles op een dak van een parkeergarage maken, maar er kan steeds meer: mooie beplanting, heesters en zelfs bomen. De hele wijk wordt in de werkgroep ‘tikkel’ genoemd: buiten hard, binnen zacht, net als het snoepje. Dat wil zeggen dat we rondom de woonblokken een robuuste, stoere openbare ruimte willen maken – met hier en daar groen. In de binnenhoven komt juist extra beplanting; daar wonen mensen direct aan het groen. En dan is er natuurlijk nog het park in de groene punt, waar je kunt picknicken, een work-out kunt doen of met de hond kunt wandelen. Er komt meer dan genoeg ruimte voor groen.”